13 oktober 2006

Diversiteit?

M’n oma maakte zich een beetje zorgen toen m’n oudste zus met een jongen uit de grote stad thuiskwam. Voor de goede orde: hij komt uit Den Haag. Die jongen heeft toch een heel andere achtergrond dan een deernetje uit ’t dorp? Ik denk dat deze gedachtegang voor mensen uit die generatie niet uniek is; want wat de boer niet kent….

De generatie die daarop volgde reageerde op deze instelling door opzichtig duidelijk te maken dat ‘anders zijn’ mag. Homoseksuelen, allochtonen en moslims moeten allemaal expliciet omarmd worden; ze horen erbij! En door dit zo hard mogelijk te roepen, wordt in elk geval duidelijk dat je ruimdenkder bent dan de generatie die je voorging.

Dit is denk ik ook de generatie die het diversiteitbeleid heeft geïntroduceerd. Werkgevers moeten hun werknemers bewust niet enkel uit de vijver van gezonde-hollandse-mannen vissen, maar ook kijken in de allochtonen-vijver, de vrouwen-vijver, de homo-vijver en de gehandicapten-vijver.

Ik vraag me af of anno 2006 nog zoveel verschillende vijvers bestaan. De vijver van 2006 is gewoon: de Nederlandse maatschappij, divers als hij is. Het expliciet onderscheid maken ligt denk ik achter ons. En dus ook het bewustzijn van verschil. De vraag is daarom of er een expliciet diversiteitbeleid nodig is. Een diversiteitbeleid dwingt een werkgever juist om bewust te zijn van verschillen. Je neemt iemand aan om z’n kwaliteiten, niet om zijn ‘anders zijn’. Door te vissen uit de vijver van 2006, maakt dat je als organisatie vanzelf een afspiegeling bent van de maatschappij, zonder daar geforceerd over te doen.

Voor MVO Nederland is het denk ik lastig om die afspiegeling van de maatschappij representatief te maken. Refererend aan de statistiek: hoe groter je steekproef, hoe representatiever de afspiegeling van de populatie. MVO Nederland is een kleine organisatie. Veertien mensen kunnen moeilijk een afspiegeling van de maatschappij vormen.

De vraag die nu speelt is: moet om deze reden een diversiteitbeleid opgesteld worden? Of moeten we het juist ongeforceerd houden en geen expliciet onderschied maken?


Nelleke Jacobs